De Unieke Aarde, Frédéric Neyrat

May 2, 2019 00:00 · 1229 words · 6 minute read Aarde Frédéric Neyrat Geo-Constructivisme Hypermodernisme

Alles komt vast wel goed. De wetenschappers en ingenieurs buigen zich al decennia over het klimaatprobleem, we begrijpen de aarde beter en beter. De techniek schrijdt voort, in constante versnelling.

Twintig jaar geleden waren mobiele telefoons nog een zeldzame verschijning, nu is het uitzonderlijk iemand te treffen die géén WhatsApp gebruikt - mogen we dan niet hopen dat er binnenkort een quick fix komt voor de klimaatproblematiek? Een zonnescherm in de ruimte, of een flinke zwavelinjectie in de atmosfeer om het klimaat te koelen? Deze gedachten circuleren hevig in het debat over de gepaste reactie op klimaatverandering. Ze veronderstellen de mogelijkheid om de Aarde te behandelen als een technisch systeem, dat met kleine aanpassingen richting een wenselijke staat gestuurd kan worden. In zijn boek The Unconstructable Earth ageert Frédéric Neyrat fel tegen dit geo-constructivisme dat alle hoop richt op de beheersing van de Aarde. De Aarde, stelt Neyrat, laat zich niet beheersen. De belofte op een technische redding is het gevaar zelf.

In deze post leg ik uit wat volgens Neyrat het geo-constructivisme is en wat er hieraan mis zou zijn. Daarna zal ik kort ingaan op Neyrat’s eigen visie op de Aarde als een onvervangbare kracht.

Geo-constructivisme

Het geo-constructivisme stelt dat mensen in staat zijn om de processen op Aarde te beheersen, terwijl zij tegelijkertijd de problemen kunnen oplossen die met dit streven gepaard gaan (Neyrat, 2018, p. 3). Dat wil zeggen dat mensen de productie van goederen en de consumptie daarvan kunnen voortzetten op gelijk of hoger tempo, zonder dat de Aarde uit balans hoeft te raken. Het oplossen van de problemen die bij deze productie komen kijken, zoals de effecten van de uitstoot van CO2, kunnen juist door de technologische ontwikkelingen opgevangen worden. De eerste industriële groeispurt verliep slordig, maar nu kunnen we onze toekomst rationeel sturen.

De bekendste vorm van dit geo-constructivisme is geo-engineering , oftewel het technisch manipuleren van processen op Aarde. Denk hierbij aan een suggestie van aardsysteemwetenschapper Paul Crutzen om op grote schaal zwaveldeeltjes in de atmosfeer te spuiten. Dit zou kunnen leiden tot een verkoeling van het klimaat, doordat de atmosfeer zo meer zonlicht zou weerkaatsen (7). Net zoals de mens een oververhitte motor kan koelen met de juiste kennis van zaken, zo zouden we ook het klimaat kunnen sturen.

Het geo-constructivisme en het bijpassende geo-engineering stellen daarmee dat het project van modernisering en ontwikkeling niet hoeft te stoppen. Een kapitalistische samenleving is verenigbaar met een beperkte Aarde, omdat wij deze Aarde naar onze hand kunnen zetten. Er is, kortom, geen ‘natuur’. Want waar de natuur verwijst naar iets wat wild en onafhankelijk van de mensen is, blijkt volgens de geo-constructivisten juist dat de hele Aarde als een (technisch) systeem gezien kan worden. Er is in wezen geen verschil tussen een ruimteschip of de blauwe planeet (42-42).

Tegen Geo-constructivisme

Neyrat is niet blij met dit discours en laat geen pagina onbenut om zijn afkeer over de met hubris vervulde techneuten te uiten. Zijn methodiek omvat een analyse van de geschiedenis van het geo-constructivistische denken, gepaard met inzichten uit een rijk arsenaal aan denkers. De argumenten van Neyrat tegen het geo-constructivisme, zoals ik die lees, komen op de volgende neer:

Verborgen Politiek

Geo-engineering is geen politiek neutraal gebeuren. Wat als een quick fix, een makkelijke oplossing, gepresenteerd wordt, verbergt daaronderliggende politieke vragen. Wie mag bijvoorbeeld bepalen welk klimaat gewenst is? En wie gaat er verantwoordelijk zijn voor onverwachte gevolgen? Het is bekend dat Crutzen’s idee van zwavelinjecties zou leiden tot een verzwakt moessoneffect in Azië en Afrika. Dit kan leiden tot watertekorten ter plaatse en grote schade toebrengen aan miljoenen mensen (31-32). Het is onduidelijke welke partijen deze schade zullen opvangen als de geo-engineers het klimaat veranderen.

Het gevaarlijke aan het geo-constructivisme is daarom dat het pretendeert a-politiek te zijn, terwijl het dat niet is. Het presenteert zich als de ‘rationele’ keuze om de aarde naar onze hand te zetten om catastrofes te voorkomen. Juist doordat het zich neutraal voordoet, is er in dit discours geen ruimte voor tegenstemmen, of dit nu klimaatsceptici zijn, of natuurbeschermers die vrezen voor de onvoorziene gevolgen van het ingrijpen in het klimaat. De schijn van technische rationaliteit doet geloven dat er maar één juiste toekomst voor de aarde is.

Negeren Sociale Vraagstuk

Hiernaast is het zo dat het geo-constructivisme een mondiaal kapitalisme verdedigt, rechtvaardigt en normaliseert, waarmee de mogelijkheid van een ‘sociale oplossing’ van het klimaatprobleem uitgesloten lijkt. Neyrat noemt deze tendens van het geo-constructivisme hypermodern (42-44). Het geo-constructivisme gelooft namelijk niet alleen in de mogelijkheid van economische vooruitgang, maar zelfs dat het dankzij deze voortuigang mogelijk is om alle natuurlijke barrières op te heffen om onbeperkt door te kunnen groeien.

Het geo-constructivisme baseert zich op wat berekenbaar is en voorspelbaar met computermodellen, waarbij ook economische processen worden opgenomen. Deze modellen stellen zich niet de vraag of de huidige politieke orde wel wenselijk is, of ongeremde economische groei nastrevenswaardig is, dit zijn veronderstellingen die bij de modellen horen. Kortom, alle echte politieke beslissingen over wat er toe doet in de toekomst blijven buiten deze modellen. Hierdoor lijkt het ‘redelijk’ om door te gaan met het aanjagen van de motor van het globale kapitalisme, maar een echte discussie hierover wordt steeds lastiger.

Het politieke wordt juist gemarkeerd door de introductie van mogelijke nieuwe richtingen, onverwachte kronkelingen in de menselijke geschiedenis. Het is een probleem dat het geo-constructivisme hier geen ruimte voor laat. Vanuit natuurbescherming wordt al lang gepleit voor een radicale bezinning op onze relatie tot de wereld om ons heen, voor een maatschappelijk traject dat tegelijkertijd minder druk legt op de aarde om te leveren aan ons en mensen een betere kans geeft op een betekenisvol leven. Het punt van deze bewegingen, zoals de diepe ecologie, is precies dat de natuur zich niet laat modelleren, dat normen en waarde een bres kunnen slaan in berekeningen. Het geo-constructivisme herprogrammeert liever de gehele aarde, zodat zij een verdere groei van de markt kan dragen, dan dat een meer bescheiden levenshouding gestimuleerd wordt (45-56).

Neyrats visie

Volgens Neyrat is het geo-constructivisme gebaseerd op de stelling dat de aarde beheerst en gevormd kan worden naar de menselijke wil, om zo het moderne project ongeremd voort te kunnen zetten. Dit is gevaarlijk, omdat het zich als a-politiek voordoet, terwijl het mogelijke andere perspectieven onderdrukt. Zijn eigen visie benadrukt dat de aarde eerst en vooral niet te vervangen is door wat mensen doen.

Het belangrijkste punt dat Neyrat maakt is dat we een ‘ecologie van separatie’ nodig hebben. De natuur moet iets zijn dat op afstand blijft van mensen, waar we weliswaar mee van doen hebben, maar dat niet opgeslokt kan worden door menselijke plannen (165-179). Hij benadrukt dat deze visie eigenlijk al aanwezig is in het geo-constructivisme, zonder dat dit door deze stroming erkend wordt. Een aarde die ‘gemanaget’ of ‘beheerst’ moet worden, heeft blijkbaar een eigen kracht die los staat van de mens als ‘manager’ (81-82). Een andere visie op de aarde is enkel mogelijk als deze vooronderstelling een hoofdrol krijgt, waarmee de plaats van de mens in de natuur opnieuw doordacht moet worden. De natuur is dan nooit iets wat de mens helemaal kan controleren, maar het grote Andere, het vrije en wilde - waarmee wij kunnen leren leven, maar het wezen waarvan altijd de uitkomsten van onze computermodellen zal overstijgen.

Referenties

Neyrat, Frédéric, and Drew S Burk, The Unconstructable Earth: An Ecology of Separation (Fordham University Press, 2018)