Wendell Berry – Lokaal Leven

Jun 2, 2019 00:00 · 1054 words · 5 minute read Gegrondvest-zijn Globalisering Jedediah Purdy Wendell Berry

Wendell Berry

“Wij zijn planten, die – of wij het nu graag bekennen of niet – met hun wortels de aarde moeten ontstijgen, om in de ether te kunnen bloeien en vruchten te kunnen dragen.”

- Johan Peter Hebel (geciteerd in Heidegger, 1979, p. 43)

Thuiskomen op de Globe

De moderne mens wordt naar twee kanten getrokken. Aan de ene kant willen wij de hele wereld zien, lange reizen maken en vreemde culturen ‘ervaren’. Tegelijkertijd waarderen wij steeds meer het lokale en kopen we plaatselijke producten, variërend van speciaalbier tot biologische groente. We willen niet xenofobisch zijn en zoeken het vreemde op, maar we proberen tegelijkertijd de lokale wereld nieuw leven in te blazen.

Deze dubbelheid hoort bij het Antropoceen, dat tijdperk waarin de mens van bepalende invloed is op het aardsysteem als geheel. Als mensen zijn we namelijk betrokken geraakt in een verhaal dat groter is dan onze thuisplek. Wat wij lokaal doen, heeft een globaal effect. En dit globale effect, bijvoorbeeld door klimaatverandering, verandert hoe de lokale wereld eruit zal komen te zien. Hoe kunnen wij ons thuis voelen op aarde, als we weten dat ons thuis betrokken is geraakt in een verhaal dat de hele aarde treft?

Lokaal Aarden

Het is één optie om te kiezen ons volledig te verbinden met de plek waar we wonen. De filosoof Jedediah Purdy beschrijft in zijn For Common Things de keuze van de schrijver Wendell Berry om terug te keren naar zijn geboortegrond in Port Royal, Kentucky (Purdy, 1999, p. 107). Berry had in zijn jeugd naam gemaakt in Stanford. Hier was hij vooraanstaand lid van een schrijverskring, waarin ook Kesey vertoefde, de auteur van One Flew Over the Cuckoo’s Nest . Daarna schreef Berry in New York aan zijn eerste roman, waar internationale roem op hem leek te wachten. In zijn vroeger carrière had Berry alles mee om een wereldwijde literaire superster te worden.

“Then he left. Or, as it seemed to him, he returned. He moved with his wife to a farm in Port Royal, where has lived ever since”(Purdy, 1999, p. 107).

Berry keerde terug naar zijn geboortegrond, waar hij terechtkwam in de kleine wereld van een dorp. Zijn schrijversvrienden waren bang dat hij zou verpieteren in deze ‘achterlijke’ omgeving. Maar door zijn terugkeer hervond Berry juist de rust die hij in de metropool gemist had. In plaats van een versmalling van zijn leven, vond hij een onverwachte verrijking. Wat leerde hij voornamelijk? Hij ontdekte het belang van de lokale gemeenschap, doordat hij voor het beheren van zijn boerderij vaak op anderen aangewezen was. Hij leerde de lokale planten bij naam kennen en volgde de seizoenen op de voet. Hij ontdekte ook het belang van verantwoordelijkheid nemen voor zijn boerderij en het groeien van de gewassen. Hij leerde, kortom, zorg te dragen voor de plaats. In plaats van het altijd-nieuwe, ontdekte Berry de waarde van het blijven, van de volwassenheid en de keuze.

Jedediah Purdy ziet de keuze van Berry als een optie om te leren omgaan met de chaotische globalisering waarin de aarde betrokken is. Deze globalisering kan ertoe leiden dat wij onze betrokkenheid op plaats en tijd verliezen. Onze aandacht schiet van het ene naar het andere, maar wij zijn vergeten hoe onze buren heten, wat de stand van de maan is, waar ons afval naartoe gaat.

De binding van Berry aan de lokaliteit, in plaats van aan de metropool, bracht hem ook in staat op authentieke wijze te geven om de plek waar hij vertoefde. Hij schrijft: “When I lived in other places I looked on their evils with the curious eye of a traveler; I was not responsible for them; it cost me nothing to be a critic, for I had not been there long, and I did not feel that I would stay” (Purdy, 1999, p. 108). Pas vanuit een bepaalde rust, vanuit een gebondenheid aan een plaats, kan de pijn van het landschap ook onze pijn zijn. En, misschien, kunnen wij pas dan voor de aarde zorgen alsof zij onze plek is.

Lokaliteit en het Antropoceen

Toch valt dit beeld niet helemaal te rijmen met de tweesprong die ik hierboven opmerkte. Is het de oplossing van de klimaatcrisis om terug te keren naar het platteland en daar te blijven? Dat is een tamelijk wereldvreemde boodschap aan een wereldbevolking die voor de helft al in steden leeft. Daarnaast weten we natuurlijk niet hoe onze lokale keuzes door zullen werken op globaal niveau. Globale vraagstukken over energievoorziening kunnen botsen met dorpelingen die hun landschap niet vervuild willen zien door windmolens. Kan je bovendien vluchten naar het plaatselijke en tegelijkertijd verwelkomend zijn voor het vreemde, waarmee wij in het Antropoceen noodzakelijk van doen zullen hebben?

De opgave is volgens mij een nieuw soort manier van aarden te vinden, waarbij vanuit de plek waar we wonen het globale gedacht kan worden. Zonder binding aan een plek is het, denk ik, niet mogelijk om de pijn te voelen van wat wereldwijd aan het verschuiven is. En zonder deze pijn kunnen we allicht alleen maar veinzen dat milieuproblematiek ons iets doet. Het is waar dat we op grotere en grotere schaal leren denken, maar als mensen zijn wij altijd nog maar op één plaats tegelijkertijd. Het is vanaf deze plek dat wij grip proberen te krijgen op wat er op aarde gebeurt. Het is deze plek waar wij voor kunnen leren zorgen, niet voor de gehele globe in eenmaal.

Ik, voor mij, heb gekozen te blijven. Nederland heb ik geaccepteerd als mijn thuis. Dit is voor mij nooit een versmalling van mijn perspectief geweest. Door te begrijpen wat er hier gebeurt, begin ik de strijd van anderen ook te snappen. Via het IVN heb ik bijvoorbeeld een groot aantal lokale plantensoorten leren kennen, evenals wat hen bedreigt. Ook begrijp ik nu de vraagstukken waar natuurbeschermers voor komen te staan. Welk beeld van de natuur proberen wij te beschermen en waarom? Wie werkt tegen, wie helpt?

Als het lokale ons niet de antwoorden geeft op hoe te leven en wat te doen, dan kunnen wij via het lokale in ieder geval de vragen leren begrijpen. En wel op zo’n manier dat deze vragen ons daadwerkelijk tot aan de wortels raken.

Referenties

Heidegger, M. (1979). Gelatenheid. (E. Van Doosselaere, Trans.). Tielt: Lannoo.

Purdy, J. (1999). For Common Things. New York: Alfred A. Knopf.

tweet Share